Maakt zwaarder trainen verschil?
9 oktoberOnderzoeker Kirsten de Oude deed literatuuronderzoek naar de effectiviteit van verschillende intensiteiten van krachttraining op risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Wat waren de uitkomsten?
Bevindingen
Op basis van de huidige meta-analyse kunnen er geen duidelijke aanbevelingen worden gedaan over welke intensiteit van krachttraining het meest effectief is. De kwaliteit van de beschikbare studies is wisselend en er zijn maar weinig onderzoeken die hoge of progressief opgebouwde intensiteiten hebben vergeleken
De beperkte kwaliteit van veel studies maakt het lastig om definitieve conclusies te trekken. Er is dus nog volop ruimte voor aanvullend onderzoek naar de optimale trainingsintensiteit voor mensen met risicofactoren voor hart- en vaatziekten.
Lees hier het volledige artikel: https://doi.org/10.1093/ehjopen/oeaf093
Progressieve opbouw
Toch zijn er redenen te geven waarom een progressieve opbouw in intensiteit bij mensen met een verstandelijke beperking goed kan werken. Ze hebben vaak weinig ervaring met sporten en zijn bekend met een lage fysieke activiteit. Dit kan ervoor zorgen dat ze onzeker zijn tijdens het sporten maar ook dat ze bij aanvang alleen een lage intensiteit aankunnen. Een progressieve opbouw waarbij op een lage intensiteit wordt gestart kan helpen bij het opbouwen van vertrouwen tijdens het trainen maar ook blessures voorkomen. Hierdoor houden ze het mogelijk ook langer vol.
Deze gedachte vormt ook de basis van de PRET-interventie, het onderzoek dat Kirsten de Oude doet waarin ze kijkt naar de effectiviteit van krachttraining op hart- en vaatziekten. In dit onderzoek wordt krachttraining stapsgewijs opgebouwd.
Wil je hier meer over weten? Ga dan naar: Krachttraining – GOUD Onbeperkt Gezond
Bekijk ook het filmpje naar dit onderzoek van Kirsten: 
https://youtu.be/OHBtYwn2TS8?si=DcMMoXClYcvxImQ8



